Bourgogne
Het blijft steeds een discussie of de Beaujolais tot de Bourgogne gerekend dient te worden of als een zelfstandig gebied dient te worden aangemerkt. Mij maakt het niet uit; we gaan de Bourgogne sowiso in stukken opdelen.
Wat de druivensoorten betreft zijn we snel klaar: witte Bourgogne is van Chardonnay of Aligoté gemaakt en rode van Pinot noir of Gamay. Er is nog een heel klein beetje wijn van andere druiven, maar dat mag geen naam hebben, behalve de Sauvignon blanc de St.Bris Le Vineux uit het Chablis-gebied.
Al even (on)logisch als de Beaujolais wordt ook de Chablis tot de Bourgogne gerekend. De wijnen hier zijn over het algemeen mineraler , strakker dan de zuidelijkere types en je vindt hier niet zo veel rood.
Iets zuidelijker, onder Dijon komen we dan in de 'echte' Bourgogne, de Cote d'Or, welke weer is onder te verdelen in de Cote de Nuits en Cote de Beaune. Geheel arbitrair zou je kunnen zeggen dat het noorden vooral gedomineerd wordt door de krachtigere rode wijnen en het zuiden door de beroemde witte jongens. U hoeft het niet met mij eens te zijn. Maar alle grote namen bevinden zich hier. Deze wijnen zijn je referentie voor Chardonnay en Pinot noir, de maatstaf voor de rest van de wereld.
Meer naar het zuiden komen we in de Cote Chalonnaise. De wat lichtere Pinots, maar zeker de Chardonnay-wijnen hebben hier (mijn persoonlijke mening) de mooiste prijs-kwaliteit-verhouding en zijn iets constanter van kwaliteit. Ook vinden we hier de enige dorps-appelation die van Aligoté-druiven wordt gemaakt: Bouzeron.
Tenslotte vinden we in de Maconnais de overgang naar de Beaujolais, ook in het gebruik van de druivensoort. Naast de Pinot noir wordt hier ook al volop gebruik gemaakt van de Gamay.