Sangiovese
Sangiovese is de meest aangeplante rode wijndruif in Italië. Behalve in het uiterste Noorden en diepe Zuiden vind je hem overal en meestal ook als belangrijkste druif.Maar niet overal doet hij het even goed.
Er zijn veel verschillend clonen bekend, waarvan wellicht de bekendste de Brunello en de Prugnolo (Vino nobile de Montepulciano) zijn. Vreemd genoeg doen de clonen uit Emilia Romagna het in Toscane erg goed, terwijl ze in hun thuisstreek maar dun, zuur en saai zijn.
Sangiovese is ook wel gevoelig voor hoe en waar hij wordt aangeplant. Overambitieuze wijnboeren hebben hier in het verleden wel fouten in gemaakt, wat heeft geleid tot veel niet zo goed geslaagde wijnen.
Sangiovese heeft een dunne schil met niet heel veel kleurstof, groeit langzaam en rijpt laat, kan goed tegen droogte en geeft een goede opbrengst. Boomkwekers uit Italie exporteren hun planten nu ook naar de warmere streken van Frankrijk. Hij is wel erg gevoelig voor schimmelziektes.
Goed uitgerijpte Sangiovese kan betoverende aroma's van o.a. pruimen en droog kreupelhout hebben, maar waar de druiven met wat minder aandacht worden behandeld kunnen 'boerderij'geuren op de voorgrond treden. Sangiovese-wijnen hebben vaak een vrij hoge zuurgraad.
Al lezend kom je er achter dat er een enorm aantal kwalitatief goede druivensoorten gerekend worden tot familie van de Sangiovese, hetzij als voorouder, het zij als nakomeling of familie in ander opzicht. Denk aan Cilegiolo, Nerello, Magliocco, Frappato, Perricone, Gaglioppo en vele anderen.
Een belangrijke Sangiovese is die op Corsica, die daar bekend is onder de naam Nielluccio .