Romorantin
Op ongeveer 50 hectare rond het plaatsje Cour-Cheverny in de Loire, in de buurt van Blois en Chateau Chambord wordt deze druif nog aangeplant. De wijn wordt sinds 1993 als AOC Cour-Cheverny op de markt gebracht.
Over de herkomst is het laatste woord nog niet gezegd. De gangbarfe hypothese is dat het een kruising is van Gouais blanc en Pinot noir, maar ook Pinot Teinturier wordt genoemd. Tevens lijkt er ook DNA-verwantschap te zijn met de Cot-groep van druivensoorten. Nader onderzoek moet uitsluitsel geven. In ieder geval zijn het soorten met een Noord-oost Franse origine (Bourgogne), die natuurlijk makkelijk een keer verhuisd kunnen zijn door de een en ander, waaronder Frans 1 al in 1519.
Romorantin is een vroegbloeiende en mid-rijpe druif, waardoor het risico op vorstschade in het voorjaar vrij groot is. Dit is de afgelopen jaren (mn.2017) al enkele keren voorgevallen; Cour-Cheverny is slecht verkrijgbaar! Een aantal boeren heeft al sterke windmolens geplaats, die een luchtstroom vanuit de hogere lagen (warmer) aantrekt in en in een straal van zo'n 200meter rond de molen de druiven vorstvrij weet te houden.
De smaken kunnen enorm varieren, van erg droog en nogal scherp, tot rijke, vette wijnen met een breed smaakpallet, die toch nog een behoorlijke frisheid hebben.In slechte jaren kan het lastig zijn om goed rijpe druiven te oogsten; dan wordt de zuurgraad erg hoog. Maar er kunnen ook langgerijpte druiven worden geoogst, waarbij reeds botrytis kan optreden, waaruit een minder droge wijn wordt gemaakt, zoals de Cuvee Renaissance van F.Cazin.